Verder zonder Jezus?

Bedroefd zijn Petrus en Jozef op weg naar Arimatea, dat is waar Jozef is geboren.
"Ik wist zeker dat Jezus onze redder was..." Petrus knikt. "Hij zou ons leven veranderen." Jozef kijkt Petrus aan. "Hij heeft ons leven veranderd! Wij zijn niet meer de zelfden die we waren." Petrus denkt na. "Je hebt wel gelijk, we zijn veranderd. Alleen laatst was ik even dat bange jongetje van vroeger." Jozef weet niet wat Petrus bedoelt. Hij ziet dat de herinnering hem pijn doet, dus hij vraagt er niet naar.
"Ik was altijd visser," zegt Petrus even later, "ik denk dat ik weer op zoek ga naar een schip." Jozef knikt nadenkend: "Ik had gehoopt nog langer met Jezus mee te gaan. Ik heb nooit nagedacht over een toekomst zonder hem."

"Waar praten jullie over?" Verschrikt kijken de twee op. Ze hebben helemaal niet gemerkt, dat er iemand bij ze is komen lopen. "Goedemiddag meneer, ik had u niet gezien," zegt Jozef beleefd. De man herhaalt zijn vraag en Petrus zegt: "Heeft u onder een steen geleefd of zo? Geen nieuws gevolgd?" De man schudt zijn hoofd. "Praat me bij, wat heb ik gemist?" Dan vertellen Jozef en Petrus over Jezus. De bijzondere rabbi. Hun redder. Het kruis. "Vanmorgen riep Maria ons. Het graf was open en zijn lichaam weg. Dat hebben we met eigen ogen gezien. Later vertelde ze dat ze Jezus zelf heeft gezien. Maar toen wij daar waren, was er alleen maar leegte." De man begint te gniffelen. Petrus vindt dat erg onbeleefd, maar hij zegt niks. Dan zegt de man: "Jullie weten toch wel, wat er in de schrift staat?" Verbaasd horen Petrus en Jozef zijn uitleg. Ondertussen is het al laat en ze zijn pas bij EmmaĆ¼s. Ze besluiten daar te overnachten. De man wil verdergaan, maar Petrus zegt: "Meneer, ik heb voor drie personen betaald." De man knikt en loopt mee.
Aan tafel neemt de man het brood. Hij dankt God en breekt het in stukken om te delen. Verbaasd kijken Jozef en Petrus elkaar aan. Die woorden. Die gebaren. Het lijkt wel of ze met Jezus aan tafel zitten. Als ze weer opkijken, is de man weg. Dan pakt Petrus de beker op en hij zegt: "Lechajim, op het leven." Jozef grijnst en antwoordt: "Op het leven van Jezus."


Opzoeken in de Bijbel: Lucas 24:13-31
(lengte verhaal: 384 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: Print de download uit en knip de naamkaartjes op de laatste pagina los.
Opdracht: De leerlingen herkennen Jezus als hij het brood breekt, zoals ze hem dat zo vaak hebben zien doen. Bij bijbels wie ben ik moet je een ander ook herkennen. De nodige informatie vind je in de download.
Extra aanwijzingen: downloadlink
Meer info: En in de website van KoBuS kun het spel online spelen.