Maria uit Magdala

Ik heb de hele nacht liggen huilen. Jezus was mijn vriend, mijn voorbeeld! En nu? Nu is hij dood! Gisteren hebben we hem begraven. We hebben hem goed verzorgd en het graf is erg mooi. Daar had Jozef uit Arimatea voor gezorgd.
Maar Jezus hoort niet in een graf! Hij hoort hier bij ons te zijn.
Het begint alweer licht te worden. Ik ga bloemen plukken en die bij zijn graf leggen. Slapen lukt toch niet.

Moet je zien: Jezus is dood, maar de natuur bloeit alsof er niks gebeurd is. Toen ik gisteren naar huis liep, heb ik al deze bloemen niet gezien. Zouden ze er toen wel al geweest zijn? Tja daar kom je nooit meer achter natuurlijk. Nog een beetje wit in mijn boeket, dan is het echt wat moois.
Het hek van de begraafplaats staat al open. Het personeel begint natuurlijk lekker vroeg, voor het te warm is om te werken. Even denken, het was het derde pad links en dan bij de boom op het heuveltje. Ja, hier moet het zijn.
Maar, wat is dat? Ik weet toch zeker dat we de steen goed voor de ingang hadden gerold! Misschien is de dader nog in de buurt. Dan is het gevaarlijk hier, ik moet hulp gaan halen!

Nou lekker dan, ze wierpen één blik in het graf en weg waren ze! Wat heb ik daar nou aan?
Nou kom op, Jozef en Petrus zijn niet doodgeslagen door een bandiet toen ze in het graf keken, dus dan moet het voor mij ook veilig zijn. Eén twee drie, in Gods naam... Wow, zijn dat engelen? Gewone mensen zijn het niet, dat weet ik wel.
Ja, precies als ik dacht, zijn lichaam is weg. Ik ga hem zoeken.

O, goedemorgen meneer, mag ik u wat vragen? Ik wilde net wat bloemen bij het graf van Jezus brengen, maar zijn graf is open en zijn lichaam is weg. Hebben jullie het misschien ergens anders heen gebracht?
Hij zegt: "Maria." Hij kent mijn naam. Die stem, die ogen. "Rabboeni, meester!" Ik wil hem vasthouden en nooit meer loslaten. Maar hij zegt, dat dat niet kan. Dat hij naar de hemel moet gaan. 'Wat moet ik dan?' vraag ik me wanhopig af. Hij geeft me een hele mooie opdracht, ik moet het aan de mensen gaan vertellen: "Jezus leeft, hij is opgestaan uit de dood. Halleluja!"


Opzoeken in de Bijbel: Johannes 20:1-18
(lengte verhaal: 396 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: De basis waar we mee beginnen is het kruis, het kruis waaraan Jezus stierf, het kruis dat niet het einde bleek, maar een heel nieuw begin. Daarom gebruiken we al bij aanvang een vrolijk kruis. (houten kruisje versierd met crepepapier en wat nog meer mooi is)
Opdracht: Met het Palmpasenkruis vertellen we het hele paasverhaal. Jezus is opgestaan uit de dood, halleluja! Daarom zingen we nu een vrolijk lied. (bijvoorbeeld lied 555 uit het liedboek)
Doel: Visualisatie van het verhaal
Meer info: filmpje