Maria, die in Magdala is geboren, leerde Jezus als kind in Nazareth kennen. Ze houdt heel veel van hem. Nu wordt hij naar de Schedelberg gebracht, om te sterven. Maria laat hem niet alleen. Het liefst had ze hem geholpen. Even zijn kruis gedragen. Maar de soldaten laten haar niet in de buurt komen. Daarom loopt Maria nu achter hem aan, diezelfde weg. Haar verdriet weegt zwaar, misschien wel zo zwaar als een kruis. Ze is niet de enige die meegaat, er zijn heel veel mensen. Sommigen huilen, anderen roepen nog steeds: "Hang hem aan het kruis!"
Na een lange tocht komen ze aan op de Schedelberg, Jezus is niet de enige. Er zijn nog twee mannen, misdadigers, ook zij hebben de doodstraf. Maria durft niet te kijken als de soldaten de mannen op het kruis spijkeren. Ze hoort de twee anderen schreeuwen, maar Jezus is doodstil. Dan worden de drie kruizen rechtop gezet. Het kruis van Jezus staat in het midden. Maria hoort Jezus bidden: "Vader vergeef de mannen die mij doden, ze hebben geen idee." Maria is altijd al onder de indruk geweest van de liefde van Jezus, maar dit doet er nog een schepje bovenop. Ze huilt, maar ze voelt haar hart warm worden. Zelfs het kruis kan zijn liefde niet klein krijgen.
Het is midden op de dag. De zon brandt op de huid van Jezus. Dan wordt het ineens donker, alsof het nacht is. Maria en de andere toeschouwers kijken elkaar geschrokken aan. "Wat gebeurt er?" Ze kijken om zich heen en ze kijken naar de hemel, ze begrijpen er niets van. Maria kijkt weer naar Jezus, hij hangt daar zo alleen. Ze is bij hem, toch heeft ze hem moeten loslaten. Dan roept Jezus: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?!" Eén van de soldaten prikt een spons met zure wijn aan zijn speer en wil Jezus ervan laten drinken, misschien verzacht het zijn pijn wat. Jezus roept opnieuw: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?!" Dan doet hij zijn ogen dicht. En Maria weet dat hij gestorven is. De zon breekt weer door. Maria huilt, maar ze voelt haar hart warm worden. Zelfs de dood kan zijn liefde niet klein krijgen.
Opzoeken in de Bijbel: Johannes 19:16-18 en Matteüs 27:45-50
(lengte verhaal: 372 woorden)
Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: De basis waar we mee beginnen is het kruis, het kruis waaraan Jezus stierf, het kruis dat niet het einde bleek, maar een heel nieuw begin. Daarom gebruiken we al bij aanvang een vrolijk kruis. (houten kruisje versierd met crepepapier en wat nog meer mooi is)
Opdracht: Met het Palmpasenkruis vertellen we het hele paasverhaal. Als Jezus aan het kruis hangt, krijgt hij een spons met zure wijn aangereikt.
Doel: Visualisatie van het verhaal
Meer info: filmpje