Judas verraadt Jezus

Na het eten gaan Jezus en zijn leerlingen wandelen. Elf leerlingen zijn het nog maar, want Judas is eerder weggegaan. Eigenlijk moet Zacheüs de boel nu opruimen, maar hij besluit stilletjes achter de groep aan te lopen. Opruimen kan later ook nog wel.
Ze lopen de stad uit, de berg op. Naar de tuin van Getsémané, dan staan ze stil. Zacheüs hoort Jezus tegen zijn leerlingen praten. Jezus loopt weg. De leerlingen bidden: "God, geef ons kracht, dat we niet het verkeerde doen." Even verderop begint ook Jezus te bidden. Zacheüs sluipt om wat struiken heen en hoort: "Vader, volgens de schrift moet ik lijden, maar kunt u dat niet voorkomen? Vader, u weet wat het beste is. Dus laat maar gebeuren wat volgens u moet." Zacheüs ziet ineens licht langs de struiken schijnen. Hij durft niet te kijken waar het vandaan komt. Hij hoort dat Jezus steeds harder gaat bidden. Dan gluurt Zacheüs toch even om de struiken heen. Er vallen grote druppels zweet van het voorhoofd van Jezus. In het mysterieuze schijnsel lijken de druppels rood als bloed. Dan ineens stopt Jezus met bidden. Snel duikt Zacheüs weg. Het licht verdwijnt ook weer. Het wordt stil in de tuin. Zacheüs spitst zijn oren, hoort hij nou iemand snurken?

Jezus loopt terug naar zijn leerlingen. Zacheüs hoort hem boos roepen: "Zijn jullie nou in slaap gevallen? Ik had jullie opgedragen om te bidden!" Dan hoort Zacheüs ander tumult. Hij kijkt in de richting van het geluid en ziet een groep mannen met fakkels en zwaarden aankomen. Eén van de mannen maakt zich los van de groep en loopt naar Jezus toe. Schijnbaar kent Jezus hem, want hij schrikt niet. Dan geeft de man Jezus een kus en Jezus zegt: "Serieus Judas? Is een kus het teken dat je hebt afgesproken met de soldaten? Gebruik je nu een kus om mij te verraden?"
Zacheüs ziet hoe de soldaten op Jezus afstappen. Ze pakken hem beet en doen hem handboeien om. De leerlingen van Jezus proberen het nog tegen te houden, maar vreemd genoeg zegt Jezus dat ze dat juist niet moeten doen! De leerlingen kijken verslagen toe, hoe de soldaten Jezus meenemen. Dan staan ze op en lopen weg. Zacheüs ziet dat er één leerling is die achter de soldaten aangaat. Nieuwsgierig gaat ook Zacheüs daar achteraan.


Opzoeken in de Bijbel: Lucas 22:39-53
(lengte verhaal: 387 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: De basis waar we mee beginnen is het kruis, het kruis waaraan Jezus stierf, het kruis dat niet het einde bleek, maar een heel nieuw begin. Daarom gebruiken we al bij aanvang een vrolijk kruis. (houten kruisje versierd met crepepapier en wat nog meer mooi is)
Opdracht: Met het Palmpasenkruis vertellen we het hele paasverhaal. Judas verraad Jezus in ruil voor dertig munten. knip cirkels uit geel (goud) of grijs (zilver) papier, rijg die aan een draad.
Doel: Visualisatie van het verhaal
Meer info: filmpje