Bartimeüs en Bartje

Bartimeüs is blind. Hij zit de hele dag, met zijn hond Bartje, bij de stadspoort van Jericho. Bijna alle mensen zijn dol op Bartje. Het is de liefste hond die je je maar kunt indenken. Ze stoppen Bartje regelmatig een stuk brood toe en dat deelt hij dan weer met zijn baasje. Zo komt het dat Bartimeüs het redelijk kan uithouden, daar bij die stadspoort.

Op een dag hoort hij de mensen vertellen over Jezus. Jezus van Nazareth, hij is een soort wonderrabbi zeggen ze. Hij heeft zieken beter gemaakt en een lamme laten lopen. Ze zeggen, dat hij zelfs dode mensen weer tot leven wekt. "Heb je het gehoord Bartje, over Jezus. Wie weet, misschien kan hij mij wel laten zien?" Bartje geeft hem een lik over zijn neus en Bartimeüs geeft hem een knuffel.
Even later hoort hij dat er mensen aankomen. Eerst hoort hij gewoon zijn stadsgenoten. Maar dan hoort hij ook mensen met een ander accent. Zou Jezus bij die mensen zijn? "Kom Bartje, nu moet je me helpen. Probeer jij Jezus te vinden, tussen al die mensen." Bartje geeft hem weer een lik over zijn neus en dan rent hij weg. Bartimeüs hoort hoe de mensen zijn hond begroeten. Hij hoort ook hun verbazing, als Bartje ze zomaar voorbij rent. Hij probeert te horen waar zijn hond nu is, maar er is te veel geroezemoes. Dan ineens hoort hij de mensen, met het andere accent, roepen: "Hé vieze hond, ga weg." En even later: "Pas op, die hond loopt te schooieren hoor!" Dan weer even niets en ineens: "Zeg, blijf van de mantel van mijn meester af!" Dan weet Bartimeüs dat Bartje Jezus heeft gevonden. Hij roept: "Goed zo Bartje, breng hem bij mij." Steeds meer mensen gaan zich ermee bemoeien. Maar Jezus merkt, dat de hond geen kwaad in de zin heeft. Hij laat zich meevoeren. Als Bartimeüs voelt dat Bartje tegen hem aanstoot, roept hij luid: "Jezus! Zoon van David. Heb medelijden met mij!" Jezus kijkt naar Bartimeüs, die op de grond zit. En hij kijkt naar Bartje, naast hem. "Wat kan ik voor je doen?" Dan zegt Bartimeüs: "Ik zou het zo fijn vinden, als u mij kunt laten zien..." Jezus raakt hem aan, op hetzelfde moment ziet Bartimeüs het licht worden om hem heen.


Opzoeken in de Bijbel: Marcus 10:46-52
(lengte verhaal: 383 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Opdracht: Eén kind is Bartimeüs, die mag met een blinddoek om op een stoel in het midden van de ruimte zitten. Laat een ander kind rondlopen met een tamboerijn of iets ander wat geluid maakt. Nu moet Bartimeüs aanwijzen waar de tamboerijn is. Je kunt het spel moeilijker maken door de andere kinderen geluid te laten maken.
Doel: Visualisatie van het verhaal