Jonathan en Samuel zijn net bij Jezus geweest. Ze vertellen er enthousiast over aan hun verbaasde ouders. Nu ze zelf hebben gevoeld hoe lief hij is, willen ze alles horen wat Jezus zegt. Ze mogen van hun ouders wat dichterbij gaan luisteren. Ze krijgen zelfs een picknickmand mee.
Zo gaan ze op pad, voor de tweede keer vandaag. Bijna vooraan vinden ze een mooi plekje. Jezus ziet ze zitten en knipoogt naar ze. "Zag je dat?" "Ja, hij heeft ons gezien!" Ze luisteren naar alles wat Jezus zegt. "Twee mannen hebben ruzie. De een geeft de ander een klap. Die ander slaat niet terug, maar draait zich om en zegt: 'Hier, ik heb nog een wang.'" Dat vinden de vrienden een bijzonder verhaal. Straks maar aan hun vaders vragen, wat zij ervan denken.
Dan zien ze dat een van de leerlingen naar Jezus toeloopt. Ze praten met elkaar en gebaren naar de mensen die om Jezus heen zitten. "Het zijn er meer dan vijfduizend. Het is etenstijd." Jezus knikt. "Ja, dat klopt. Het is etenstijd. Geven jullie de mensen maar te eten." Jonathan en Samuel voelen hun buik rommelen. "Ja, het is etenstijd. Gelukkig hebben wij onze picknickmand." Ze kijken wat erin zit: "Wow, onze moeders dachten vast, dat we weer met z'n allen zouden gaan." "Ja, vijf broden en twee vissen, dat is best veel voor ons tweeën."
Ze horen dat een van de leerlingen zegt: "Maar meester, heeft u dan geld, zodat we in het dorp eten kunnen kopen?" Samuel en Jonathan stoten elkaar aan. "Eerlijk zullen we alles delen." Jonathan knikt en hij staat op. Samuel volgt hem en neemt de picknickmand mee. Samen stappen ze op Jezus af: "Het is niet zoveel, maar we kunnen samen delen, toch?" Jezus knikt, "Ja, we kunnen samen delen." Jezus vouwt zijn handen samen en zegt: "God, dank u dat u ons te eten geeft en dat u ons leert delen. Amen" "AMEN," klinkt het van over het hele veld. Dan mogen Jonathan en Samuel mee met de leerlingen van Jezus om het eten uit te delen. Maar hun mand wordt niet leger, die wordt steeds voller. Gelukkig krijgen de leerlingen van andere mensen ook manden en die worden ook weer vol. Als alle mensen te eten hebben, gaan de leerlingen en de twee vrienden terug naar Jezus. Er is eten genoeg. Ze hebben zelfs over, wel twaalf manden.
Opzoeken in de Bijbel: Matteüs 15:29-38 en Johannes 6:5-13
(lengte verhaal: 399 woorden)
Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: Zorg dat je per kind of huishouden een afsluitbaar bakje en een printje met de verzorging van Herman hebt. En per kind of huishouden heb je deze ingrediënten nodig: 100 gram suiker, 225 ml warm water, 1 zakje gist van 7 gram, 225 gram bloem
Opdracht: Vertel dat jullie Herman vriendschapsbrood gaan maken. Volg deze stappen: 1. Suiker oplossen in half kopje warm water. 2. Dan gist erbij. 3. 10 minuten laten staan. 4. Rest van het water en 225 gram bloem erbij. 5. Kloppen tot een mooi beslag. De kinderen mogen hun beslagje meenemen zodat ze het thuis kunnen wegzetten onder een vochtige theedoek.
Doel: Ontdekken dat delen vermenigvuldigen kan zijn
Meer info: downloadlink