Een vriendelijke rabbi

Jonathan doet verstoppertje met zijn vriendjes, tussen de mensen. Hij heeft zich achter een dikke man verstopt. Hij ziet Samuel vlakbij langslopen, maar die ziet hem niet. Als hij nog iets verder is, zet Jonathan het op een lopen en roept enthousiast: "Buut-eigen!" De mensen zeggen dat hij stil moet zijn, ze proberen te luisteren naar Jezus. Na een tijdje hebben Jonathan, Samuel en de andere kinderen er genoeg van, ze zitten bij elkaar om iets nieuws te bedenken. Samuel fluistert: "Laten we proberen om echt dichtbij Jezus te komen, dan kunnen we thuis vertellen dat we hem hebben aangeraakt!" Jonathan knikt. "Ze zeggen dat Jezus een heel vriendelijke rabbi is. Dit is een tof plan!"

Zo gaan ze op pad. Eerst moeten ze onopvallend bij hun moeders zien weg te komen. Als dat gelukt is, lopen ze dapper tussen de mensen door. Andere kinderen zien de stoet langskomen en nieuwsgierig lopen ze erachteraan. Als de kinderen bijna bij Jezus zijn, horen ze hem zeggen: "Het echte geluk is voor mensen die vriendelijk zijn..." Dan komen er twee mannen op ze af. Zij proberen om Jonathan en Samuel en de hele groep tegen te houden. Jonathan fluistert: "Nou, erg vriendelijk zijn ze niet." Samuel antwoordt zachtjes: "Wat zielig, geen echt geluk voor hen."
Inmiddels zijn er meer mannen bij komen staan. Een van hen wil ze wegsturen. Dan ziet Jezus de kinderen: "Hé, jullie houden de kinderen toch niet bij mij weg? Ga eens opzij en laat ze bij me komen." De mannen gaan opzij en de kinderen lopen wat verlegen op Jezus af. Hij ziet dat ze het toch wel spannend vinden. Jezus gaat zitten en hij gebaart dat de kinderen dat ook moeten doen. Samuel zit vlak naast Jezus. En Jonathan zit daar weer naast, zijn kleine broertje zit zelfs bij Jezus op schoot. De mensen wachten geduldig af, wat er zal gebeuren. Als alle kinderen een plekje hebben, zegt Jezus: "Het echte geluk is voor mensen die geloven als een kind, nieuwsgierig en open. Het echte geluk is voor mensen die lief zijn voor elkaar, want als jij lief bent voor een ander is die ander dat ook voor jou." Dan spreidt Jezus zijn armen wijd uit en hij zegent alle kinderen. Na nog een enorme groepsknuffel gaan de kinderen terug naar hun ouders. "Ik zei toch dat hij een vriendelijke rabbi was."


Opzoeken in de Bijbel: Matteüs 5:1-5 en Marcus 10:13-16
(lengte verhaal: 396 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: Leg knutselmateriaal klaar om mooie kaartjes te maken.
Opdracht: Maak lieve tekeningen of briefjes voor gemeenteleden die bijvoorbeeld vaak alleen zijn.
Doel: Het echte geluk is voor mensen die vriendelijk zijn!