"Bediende!" Er komt iemand aangesneld, hij knielt en zegt: "O grote farao, u heeft mij geroepen, hoe kan ik u van dienst zijn?" De farao vertelt bang te zijn. "Dat Joodse volk, het wordt zo groot en ze zijn zo anders." De bediende laat muzikanten komen om de farao op te vrolijken:
Jozef, zoon van Jakob, zoon van Abraham.
Jozef, die als slaaf in het paleis kwam.
Jozef kon dromen verklaren.
Jozef hielp in zware jaren.
Jozef, vader van het Joodse volk,
aanzwellen als een grote wolk.
Harde werkers zijn ze wel,
maar ze vermenigvuldigen zo snel.
Zijn er geen jongens, komt er geen kind.
Zo behoudt u, o farao, uw grote bewind!
"Dat bedoel ik! Dood alle Joodse babyjongetjes, stop de groei!" De bediende geeft het bevel door. In alle Joodse huizen wordt gehuild.
Het bevel is al weken van kracht. Farao's dochter komt binnen gesneld: "Papa, kijk eens wat ik heb gevonden. Mag ik hem houden, a toe?" Zijn dochter weet het al. Hij kan tegen haar geen nee zeggen, niet als ze zo smekend kijkt.
Zo komt Mozes, het Joodse babyjongetje, in het paleis van de farao terecht. Het Joodse volk mag jaren later, dankzij Mozes, wegtrekken uit Egypte.
Het Joodse volk is al een paar dagen onderweg. De farao krijgt spijt, hij zet de achtervolging in.
Het leger van de farao komt steeds dichter bij het Joodse volk. De leider van de eerste divisie komt naast de farao rijden. Hij zegt: "Volgens mij zijn ze totaal de weg kwijt, ze lopen recht op de Rode zee af!" De farao grinnikt. "Ja, een doodlopende weg." Ze laten het leger nog wat versnellen.
"Zie ik het nou goed," mompelt de farao. "Ik zie het ook, ze lopen dwars door de zee!" antwoordt de leider, die nog altijd naast de farao rijdt. "Wat zij kunnen, kunnen wij ook. Gewoon doorgaan!" roept de farao. Het leger volgt zijn bevel op. De eerste divisie stormt op volle snelheid de zee bedding op. Net op dat moment begint het water terug te stromen. De karren lopen vast in de modderige bodem, ze komen abrupt tot stilstand. De paarden raken verstrikt in hun tuig. Soldaten vliegen door de lucht. De tweede divisie kan niet op tijd stoppen. Ze struikelen over de karren en paarden voor zich.
Het Joodse volk is veilig aan de overkant. Voor de farao bleek dit een doodlopende weg.
Opzoeken in de Bijbel: Exodus 1:8 tot 2:10 en 14:5-31
(lengte verhaal: 399 woorden)
Suggestie voor een verwerking:
Opdracht: Toen Jozef nog leefde was hij adviseur van de farao. De farao in het verhaal van Mozes kan ook wel een goede adviseur gebruiken. Vandaag zijn de kinderen die adviseur. Wat willen zij de farao adviseren? Ook vandaag de dag zijn er in de wereld nog leiders zoals die farao.
Doel: Help de farao een beetje fijnere leider te worden.