De ark van Noach

In het begin was de hele wereld een prachtig paradijs. De mensen leefden in vrede met elkaar en dat was goed. Maar zo bleef het niet...
De mensen werkten hard om steeds mooiere huizen te bouwen. Ze werden ook jaloers op elkaar, want de buurvrouw had mooiere juwelen en de buurman had een grotere oogst.
En als het daar nou bij was gebleven, maar nee. Jaloerse mensen doen vaak slechte dingen: 'Ze stelen de oogst van de buurman, of beter nog... Als je er nou voor zorgt dat die buurman komt te overlijden, dan trouw je met z'n vrouw, je weet wel, die met de mooie juwelen en je neemt z'n akker over. Goed geregeld.' Of toch niet? Want zorgen dat iemand doodgaat, is natuurlijk gewoon moord.
De mensen op aarde leven erop los. God ziet het gebeuren en hij is diep teleurgesteld. Misschien moet hij een keer helemaal opnieuw beginnen. Gewoon alles wegdoen en de schepping opnieuw. Maar dan kijkt hij nog eens goed en hij ziet iets moois. Daar tussen al dat geweld en al die jaloezie, daartussen woont Noach met zijn gezin. Noach is anders. Hij is eerlijk en oprecht. Nee, alles kapot maken, dat wil God niet. Nou bijna alles dan, maar daarvoor heeft hij Noach nodig en een goed plan.

Zo is het gekomen dat Noach, met ongelooflijk veel dieren, in een ark ronddobbert. Op een eindeloze watervloed. Na weken van regen is het de laatste dagen gelukkig droog geworden en Noach doet het luik open. "Hèhè eindelijk frisse lucht. Zeg raaf, kom eens hier. Ga jij eens even je vleugels strekken, zie maar of je ergens een boom vindt." De raaf vliegt weg, maar komt al snel weer terug.
Een tijdje later mag een duif het proberen. Zij komt na een lange vlucht terug met een vers olijfblad in de snavel. Dan weet Noach dat het bijna zover is.
Nog weer een tijdje later voelen ze dat de ark niet meer dobbert. Het water is gezakt en de ark ligt boven op een berg.
Als er overal weer land verschijnt mogen alle dieren uit de ark. En Noach en zijn familie ook. Ze zijn blij, eindelijk weer gewoon land onder hun voeten te hebben.
Noach dankt God. Dan verschijnt er een prachtige regenboog, God glimlacht.


Opzoeken in de Bijbel: Genesis 6:5-8 en Genesis 8:1-21
(lengte verhaal: 381 woorden)

Suggestie voor een verwerking:
Opdracht: Bedenk zoveel mogelijk dieren die op de ark meegingen. Als de kinderen al wat ouder zijn dan kun je dit om beurten doen bij een letter van het alfabet (aap, beer, chinchilla, deense dog) Of bedenk dierengeluiden, laat iedereen tegelijk een geluid maken, zo klonk het in de ark. Of bedenk wat de verschillende dieren eten.
Doel: Visualisatie van het verhaal
Meer info: En in de website van KoBuS kun je een spelletje bij dit verhaal vinden.