In het begin was alles door elkaar. Licht en donker, water en land. Echt alles door elkaar. Luister, dan vertel ik erover.
Stel je voor: je speelt buiten. Het is een donkergrijze winterdag. En eigenlijk is de zandbak veel te nat om in te spelen. Zo ziet het er hier uit. Ik ga maar eens aan de slag, om er wat moois van te maken.
Eerst zorgen voor helder licht. Ja, dat is mooi.
Het is zo'n rommeltje, ik weet niet eens wat boven en onder is. Kijk, hierboven dit is de hemel. Ja, dat is mooi.
Als ik nou een berg maak, dan komt er droog land waar planten op kunnen groeien. Dan stroomt het water naar de dieper gelegen delen, dat is dan de zee. Ja, dat is mooi.
Hé, maar wat geeft er zo helder licht eigenlijk? Kijk, hier is de zon, die geeft overdag licht. En hier dan de maan en de sterren, anders is de nacht wel erg donker. Ja, dat is mooi.
Kijk, ik maak vissen en vogels. Ja, dat is mooi.
Nu wordt het echt leuk! Vier pootjes, een lijf, kop erop, staart ook nog. O ja kleur mag ik ook kiezen, hmm, geel met wilde haren om de kop. Je bent mooi, leeuw.
Vier pootjes, een lijf... Extra lange nek, zo val je op, giraf.
Vier pootjes... Helemaal grijs, dikke billen, mega oren. Niemand kan zomaar om jou heen, olifant.
Zo kan ik nog wel even doorgaan, er is plek zat op de aarde...
Het wordt al erg mooi, al zeg ik het zelf. Maar toch mis ik nog wat...
Ik ga er even goed voor zitten, om daarover na te denken.
Ja, ik heb het! Ik maak ook nog mensen. Die lijken op mij. Ze kunnen, net als ik, mooie dingen maken. Ze kunnen, net als ik, genieten van al het moois. Ze kunnen, net als ik, zelf kiezen waar ze zin in hebben. Ja, dat is tof!
Kijk nou toch, wat zijn de hemel en de aarde mooi geworden! En al die planten en dieren, ze zijn echt prachtig. Maar de mensen, die zijn toch wel de kroon op mijn scheppingswerk.
Hè, wat is het toch fijn om mooie dingen te maken. En wat is het toch fijn om daar af en toe van te genieten en verder helemaal niks te doen.
Opzoeken in de Bijbel: Genesis 1:1 tot 2:4
(lengte verhaal: 392 woorden)
Suggestie voor een verwerking:
Voorbereiding: Maak blubber in een teiltje, neem ook figuren mee zoals dieren, bomen, poppetjes, etc.
Opdracht: Laat de kinderen bergen maken, dat ze zien dat de zee vanzelf komt. Laat de kinderen de figuren plaatsen in het water en op het land.
Doel: Zo kunnen de kinderen het verhaal 'uitspelen' terwijl je het (een tweede keer) vertelt.
Extra aanwijzingen: Trek ze het liefst even een oud overhemd of T-shirt aan in plaats van eigen mooie kleding, of knip een schort van een vuilniszak.